2-Dimensionale meetkunde: punten en lijnen: Inproduct en uitproduct
Uitproduct in 2 dimensies
Eerder hebben we gezien dat de cosinus uitgedrukt kan worden als het inproduct van twee vectoren van lengte . Ook de sinus is goed uit te drukken met behulp van vectoren. Een belangrijke reden om ook de sinus mee te nemen is dat de cosinus wel een goede groottemaat is, maar niet de richting van een hoek weergeeft: als we twee vectoren en bekijken, dan willen we onderscheid maken tussen de hoek die je krijgt als je van naar draait en de hoek die je krijgt als je van naar draait. De cosinus van deze hoek hangt daar niet van af, maar de sinus wel.
Uitproduct
Het uitproduct van twee vectoren en is het getal
Een andere manier om dit getal uit te drukken is , het inproduct van met de vector die uit verkregen wordt door deze met de klok mee te draaien.
Het uitproduct is makkelijk te berekenen dankzij de volgende regels, waarbij en getallen zijn en , en vectoren. Met geven we de draaiing over 270 graden tegen de klok in (ofwel 90 graden met de klok mee) aan.
Formule voor de sinus in termen van het uitproduct
Als en twee vectoren zijn die een georiënteerde hoek ter grootte maken, dan geldt
Het bewijs kan geleverd worden op dezelfde manier als voor de cosinusformule.
De formule is niet geldig als de lengte van of gelijk is aan . Als je dat zou willen, dan zou je kunnen schrijven
De oriëntatie wordt omgedraaid door en te verwisselen. Dit resulteert in de tegengestelde waarde van de sinus en is terug te vinden in de formule als de antisymmetrie van het uitproduct.
Een direct gevolg van de formules voor de cosinus en de sinus is:
Formule voor de tangens in termen van het inproduct en het uitproduct
Als en twee vectoren zijn die een georiënteerde hoek ter grootte maken, dan geldt
Dit volgt direct uit de definitie van de tangens, de sinusformule (zie boven) en de cosinusformule:

De sinus van de hoek tussen de twee vectoren is volgens de formule voor de sinus in termen van het uitproduct
omptest.org als je een OMPT examen moet maken.