Getallen: Rationale getallen
Ordening van de rationale getallen
Om te bepalen welke van twee rationale getallen groter is, is het volgende begrip van belang.
Gelijknamigheid
Twee breuken heten gelijknamig als ze dezelfde noemer hebben.
Gelijknamig maken
Twee breuken zijn altijd gelijknamig te maken door bij elke breuk de teller en noemer te vermenigvuldigen met het quotiënt van het kleinste gemene veelvoud van de twee noemers naar de noemer van de andere breuk.
Om twee breuken gelijknamig te maken moet je een gemeenschappelijke noemer kiezen. Dit kan bijvoorbeeld het product van de noemers zijn. De zuinigste methode is echter om het kleinste gemene veelvoud (lcm) van de oorspronkelijke noemers te kiezen.
Om #\frac{1}{6}# en #\frac{1}{3}# gelijknamig te maken kiezen we als de gemeenschappelijke noemer #{\rm lcm}(6,3)=6#. De eerste breuk heeft die noemer al. Voor de tweede breuk moeten teller en noemer met #2# vermenigvuldigd worden: #\frac{1}{3}=\frac{2}{6}#.
Om #\frac{1}{6}# en #\frac{3}{4}# gelijknamig te maken kiezen we als de gemeenschappelijke noemer #{\rm lcm}(6,4)=12#. De eerste breuk herschrijven we door teller en noemer met #2# te vermenigvuldigen: #\frac{1}{6}=\frac{2}{6\times 2}=\frac{2}{12}#. De tweede breuk herschrijven we als #\frac{3}{4}=\frac{3\times3}{4\times3}=\frac{9}{12}#.
In het geval van meer dan twee breuken, is het mogelijk om eerst de eerste twee te behandelen, dan het resultaat met de derde gelijknamig te maken, enzovoorts. Maar het kan ook in één keer door gebruik te maken van het kleinste gemene veelvoud van alle noemers.
Vergelijk van twee rationale getallen
Laat #a#, #b#, #m# en #n# gehele getallen zijn met #m\gt0# en #n\gt0#. \[ \begin{array}{rcl}\dfrac{a}{m}\lt \dfrac{b}{n}&\text{ dan en slechts dan als }& a\cdot n \lt b\cdot m\tiny. \end{array}\]In het bijzonder geldt voor twee gelijknamige breuken \[ \begin{array}{rcl}\dfrac{a}{n}\lt \dfrac{b}{n}&\text{ dan en slechts dan als }& a\lt b\tiny. \end{array}\]
Om de uitspraken af te leiden, maken we gebruik van de volgende regel, die geldt voor elk drietal getallen #x#, #y# en #z# met #z\gt0#:
Als #z\gt0#, dan geldt #x\gt y# dan en slechts dan als #x\cdot z\gt y\cdot z#.
Vanwege deze regel is de ongelijkheid #\frac{a}{m}\lt \frac{b}{n}# equivalent met #\frac{a}{m}\cdot m\cdot n \lt \frac{b}{n}\cdot m\cdot n# (neem #z=m\cdot {n}#). De vermenigvuldiging van breuken geeft dat de linker zijde gelijk is aan #a\cdot n# en de rechter zijde gelijk is aan #b\cdot m#, zodat de ongelijkheid herschreven kan worden als #{a\cdot n\lt b\cdot m}#.
Voor noemers in het algemeen slaat het ongelijkteken zo vaak om als er negatieve noemers zijn. Als bijvoorbeeld #m\gt0# en #n\lt0#, dan geldt \[ \begin{array}{rcl}\frac{a}{m}\lt \frac{b}{n}&\text{ dan en slechts dan als }& a\cdot n\gt b\cdot m\tiny. \end {array}\]
Het snelst en meest betrouwbaar gaat dit door
- eerst het kleinste gemene veelvoud van de twee noemers te bepalen: \(\mathrm{lcm}(22,14)=\frac{22\times 14}{\mathrm{gcd}(22,14)}=\frac{308}{2}=154\),
- en dan de tellers hierop aan te passen: \(\frac{2}{22}=\frac{2\times 7}{22\times 7}=\frac{14}{154}\) en \(\frac{2}{14}=\frac{2\times 11}{14\times 11}=\frac{22}{154}\).
omptest.org als je een OMPT examen moet maken.